Lekker bezig
door: Simone Maas
“Kijk eens uit!
Imbeciel!” Tenminste, ik denk dat ze dat schreeuwde. Het zou ook “Idioot!”
kunnen zijn. Ik trek m’n headphones uit. “Je fietste me bijna omver, dom wicht
dat je d’r bent! Handig hoor, zo’n smartphone!” Haar rood aangelopen gezicht steekt
scherp af tegen haar felgele regenponcho. Op een paar meter afstand staat haar
man in exact dezelfde poncho meewarig te kijken. Ik heb spontaan medelijden met
hem. Je zou maar zo’n vrouw hebben. Wedden dat het haar schuld is dat hij er zo
belachelijk bijloopt? “Sorry,” zeg ik, terwijl ik probeer een grijns te
onderdrukken. In mijn hoofd ontwikkelen zich een paar venijnige tweets over
uniseks kleding.
De vrouw foetert nog wat na en vervolgt haar weg. De man doet een dappere poging om haar te kalmeren. Ik kijk ze na, tot het scherm van mijn telefoon oplicht. Het gepiep klinkt haast jaloers. ‘Zeventien WhatsAppberichten van vier contacten.’ In de groepsWhatsApp zijn inmiddels afspraken gemaakt voor een etentje (“Ik typ het as we app in m’n agenda!”), vriend G. meldt dat mijn blog op zijn website goed gelezen is (“Mooi!”) en vriendin F. staat met enorme keuzestress in een pashokje. (“Nee, je hebt in allebei écht geen te grote kont. Maar doe toch maar dat eerste jurkje.”) Het vierde bericht is van een onbekend nummer. Raar. Alhoewel, mijn nummer staat op Facebook, dus er zijn meer dan 350 optionele afzenders. Facebook! Verdomd, jarigen! Ik open de Facebook app. Stel je toch voor, is er eindelijk een platform dat verjaardagen voor me onthoudt, zou ik alsnog vergeten een felicitatie te verzenden. Nu ik toch bezig ben, kan ik net zo goed ook nog even een foto uploaden op Instagram, bedenk ik. En die tweets versturen. Ze belanden tussen een klaagtweet over de regen in het Noorden van het land en een bericht over het aantal doden in Syrië vandaag. Wat een contrast. Maar goed, klaagtweets zijn nog altijd beter dan gezamenlijke Facebookaccounts van stellen die net een kindje hebben gekregen. Na vierhonderdzevenentwintig foto’s is zelfs dat guitige babysmoeltje in je telefoonscherm niet meer zo lief. Nieuw gepiep overstemt mijn gepeins. ‘Nieuwe interacties op Twitter.’ ‘Twee nieuwe e-mails.’ Eerst die mails maar.
De vrouw foetert nog wat na en vervolgt haar weg. De man doet een dappere poging om haar te kalmeren. Ik kijk ze na, tot het scherm van mijn telefoon oplicht. Het gepiep klinkt haast jaloers. ‘Zeventien WhatsAppberichten van vier contacten.’ In de groepsWhatsApp zijn inmiddels afspraken gemaakt voor een etentje (“Ik typ het as we app in m’n agenda!”), vriend G. meldt dat mijn blog op zijn website goed gelezen is (“Mooi!”) en vriendin F. staat met enorme keuzestress in een pashokje. (“Nee, je hebt in allebei écht geen te grote kont. Maar doe toch maar dat eerste jurkje.”) Het vierde bericht is van een onbekend nummer. Raar. Alhoewel, mijn nummer staat op Facebook, dus er zijn meer dan 350 optionele afzenders. Facebook! Verdomd, jarigen! Ik open de Facebook app. Stel je toch voor, is er eindelijk een platform dat verjaardagen voor me onthoudt, zou ik alsnog vergeten een felicitatie te verzenden. Nu ik toch bezig ben, kan ik net zo goed ook nog even een foto uploaden op Instagram, bedenk ik. En die tweets versturen. Ze belanden tussen een klaagtweet over de regen in het Noorden van het land en een bericht over het aantal doden in Syrië vandaag. Wat een contrast. Maar goed, klaagtweets zijn nog altijd beter dan gezamenlijke Facebookaccounts van stellen die net een kindje hebben gekregen. Na vierhonderdzevenentwintig foto’s is zelfs dat guitige babysmoeltje in je telefoonscherm niet meer zo lief. Nieuw gepiep overstemt mijn gepeins. ‘Nieuwe interacties op Twitter.’ ‘Twee nieuwe e-mails.’ Eerst die mails maar.
“Hallo? Weet jij
eh. We zijn verdwaald, geloof ik. Weet jij waar de Vierlindenlaan is?” Ik klik
de mail weg en kijk naar de rechterbovenhoek van mijn scherm. 17.24. Dat
betekent dat ik inmiddels al meer dan een kwartier naast mijn fiets op dezelfde
plek stilsta. Ik dwing mijn ogen zich te af te wenden van mijn telefoonscherm
en richt mijn hoofd op. Twee paar regenlaarzen, een afgetrapte spijkerbroek,
een legging met vage bloemen… En twee gele poncho’s. Het ponchostel en ik staan
weer in exact dezelfde opstelling als daarnet, maar de fiere houding van de
vrouw is verdwenen. Ik kijk naar haar vertwijfelde gezicht en begin te lachen,
hardop dit keer. “Handig hè, zo’n smartphone!”
Na een korte Google Maps-instructie vervolgt het stel, weliswaar de
andere kant op, wederom haar weg. De man zwaait. Ik kijk ze na en bedenk dat ik
nu sowieso te laat kom bij de vriendin waar ik naar onderweg was. Maar ach, ik
heb weer een voorval om een nieuwe blogpost over te schrijven, dat is ook wat
waard. En ik zal wel een SMS sturen om mijn vertraging aan te kondigen.
Piep-piep. ‘Twee nieuwe vermeldingen op Facebook.’ Vooruit, nadat ik Facebook
bekeken heb. Kan nog net.
Voor reacties op dit blog is Simone te bereiken via Twitter, Facebook, Instagram, WhatsApp, Flickr, Gmail, Kik, Picasa, WordPress, Tumblr, Google+, StumbleUpon, Blogger, Goodreads en about.me.
Voor reacties op dit blog is Simone te bereiken via Twitter, Facebook, Instagram, WhatsApp, Flickr, Gmail, Kik, Picasa, WordPress, Tumblr, Google+, StumbleUpon, Blogger, Goodreads en about.me.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten